Merkstenen
Merkstenen, Dag Hammerskjøld
Ten Have, ISBN 978 90 259 5774 2.
Tijdens een retraite in een abdij ontdekte ik ‘Merkstenen’. In de rust en stilte die ik er vond drongen de teksten diep binnen. De dagboek aantekeningen vanaf 1925 van Dag Hammerskjøld (bij zijn dood in 1961, secretaris-generaal van de Verenigde Naties) raken me diep.
Het geeft me weer aan hoe behulpzaam ‘het woord’ is als één van de levensbronnen. Ook de schrijver kent de noodzaak van dit ‘voedsel’: ‘Demonen komen ongevraagd als het huis leeg staat.’
Hammerskjøld is op zoek naar de eigen waarheid, geïnteresseerd in wat hem stuurt.
Verantwoordelijkheid, vrijheid en vriendschap -, angst, leven en dood -, ego, mededogen, nederigheid en dienstbaarheid -, eenvoud, eenzaamheid en eenheid; geen levensthema blijft onbehandeld.
‘Als je zover bent gekomen dat je geen antwoord meer verwacht, zul je waardevrij kunnen geven. Dan is de minnaar bevrijd van de afhankelijkheid van zijn geliefde.’ schrijft hij.
‘Eenzaamheid is niet dodelijk, maar wordt zij niet pas door de dood overwonnen? Acceptatie van de dood is de weg uit de jungle van angst.’
‘Vriendschap vraagt geen woorden – het is een eenzaamheid bevrijdt van de angst van de eenzaamheid.’
Hij onderzoekt zijn weg naar dienstbaarheid en het achterlaten van ego, ik vat samen:
‘Met overgave aan wat zich voor doet, bereid te ontmaskeren. Vooral ook het passief ontmaskerd worden. Het negatieve, de pijn, hoeven niet gezocht. Die vinden jou wel. En daar JA tegen kunnen zeggen. Als gehechtheid aan status , materie, macht verdwijnen, voorbij de verleidingen van eer en lust, wordt het leven moeiteloos. Daar ook vind je het ’ik’ , dat vervolgens in volledige concentratie en overgave oplost.
Nederigheid, die zelfvernedering noch zelfverheffing is, die niet vergelijkt of ‘wat is’ op zij schuift. Bij iedere stap lichter, bij iedere daad minder gebonden aan je naam. En zo de ander als doel zien, en het eigen leven als middel.’
Wetend wat het zou kunnen betekenen als hij zijn inzichten zou hebben gerealiseerd, zonder te pretenderen dat bereikt te hebben, geeft Hammerskjøld een kijk in zijn zoeken.
Ik lees een verlangen zover te komen dat geen bevestiging meer gevraagd wordt, maar dat je waarneemt, oordeelt en vervolgens eenvoudig handelt vanuit waar je in jezelf rust. Jezelf genoeg, zonder zelfgenoegzaamheid.
Ik sluit het boek met een diep respect voor een man die een druk maatschappelijk leven verbond met een doorgaande zoektocht naar de zin, wetend dat die tocht zelf geen definitief antwoord kent.
Jan Weeda