Het geheim van de Ring
Een koning vraagt de wijzen aan het hof om raad: ‘Met de mooiste diamant die er is laat ik me een ring maken. Binnen in de ring zou ik graag een boodschap verbergen die me kan helpen op momenten dat er geen enkele hoop meer is. Het moet iets kleins zijn dat onder de diamant in de ring kan worden verborgen, wat zou die boodschap moeten zijn?’ De raadslieden, wijze vrouwen en mannen, zouden er hele verhandelingen over kunnen schrijven. Maar een krachtige boodschap van enkele woorden die helpen op momenten van verschrikkelijke uitzichtloosheid konden ze niet vinden…
De koning was opgevoed door een oude bediende. De moeder van de koning was vroeg gestorven en deze bediende had voor hem gezorgd, daarom werd hij behandeld alsof hij familie was. De koning had groot respect voor de oude man en vroeg ook hem om raad. De oude man zei: ‘Een wijze of geleerde ben ik niet, maar ik heb wel een behulpzame boodschap om door te geven. Tijdens mijn verblijf in het paleis heb ik veel verschillende mensen ontmoet. Bij een gelegenheid ontmoette ik een mysticus. Hij was door je vader uitgenodigd en ik was zijn bediende. Om me te bedanken gaf hij mij deze boodschap.’ De oude man schreef iets op een stukje papier, vouwde het dicht en gaf het aan de koning die het verborg in de ring. ‘Lees het niet’, zei de oude nog, ‘Hou het verborgen in de ring en open het alleen als er geen enkele uitweg is.’
En dat moment brak spoedig aan. Legers vielen het land binnen, dreven de troepen van zijn koninkrijk uit één en de koning verloor zijn troon. Ontredderd vluchtte hij te paard om zijn leven te redden met de vijand op de hielen. De koning was alleen en zijn achtervolgers waren met velen. Met het geluid van hun paarden in galop in de oren kwam hij op een plek waar de weg dood liep op een steile afgrond. Daarin storten zou zijn einde betekenen, terugkeren was de vijand in de armen lopen…
In vertwijfeling herinnerde de koning zich plotseling de boodschap in de ring. Hij schoof de het gevouwen papiertje uit de ring, en las: ‘Ook dit gaat voorbij…’. Er viel een diepe rust over hem heen terwijl hij opnieuw de woorden las: ‘Ook dit gaat voorbij…’ las. En het ging voorbij, zoals alles voorbij gaat. De vijanden hadden de jacht op hem gestaakt, waren wellicht verdwaald, het geluid van paardehoeven was verstomd. De koning was zijn bediende, en de mysticus, eeuwig dankbaar. Deze woorden waren van een wonderbaarlijke uitwerking, vooral door de innerlijke rust die ze hem hadden gegeven. Hij vouwde het stukje papier op en verborg het weer onder de diamant in de ring. Voorzichtig zette hij de lange terugtocht in.
Gaandeweg de weken en maanden zag hij kans zijn troepen te hergroeperen en zijn koninkrijk te heroveren. En op de dag dat hij zegevierend zijn hoofdstad binnen reed, werd hij juichend binnengehaald. De koning reed trots, te paard, langs de feestende menigte. Plotseling zag hij de oude dienaar naast zich lopen die hem toe riep: ‘Ook dit moment komt in aanmerking. Bekijk de boodschap nog eens.’ De koning zei: ‘Hoe bedoel je? De vijand is overwonnen en de mensen vieren mijn terugkeer. Ik ben niet wanhopig of in een uitzichtloze situatie’. Maar de oude bediende drong aan: ‘Luister naar me, deze boodschap is niet alleen nuttig als je verslagen bent, maar ook als je zegeviert. Niet alleen als je de laatste bent, maar ook als je de eerste bent.’
De koning opende de ring en las opnieuw de boodschap: ‘Ook dit gaat voorbij…’. En plotseling voelde hij opnieuw diezelfde diepe rust. Omringd door de juichende menigte, werd hij vervuld van innerlijke stilte. Zijn trots verdween en maakte plaats voor een gevoel van blijdschap en dankbaarheid. Hij had de boodschap begrepen.
Tenslotte zei de oude man: ‘Herinner je je alles wat je is overkomen? Geen enkel moment, geen enkele emotie is blijvend. Zoals er dag en nacht is, zo zijn er momenten van verdriet en blijdschap. Accepteer ze als natuurlijk, ervaar ze volledig met alles dat ze brengen, want ze zijn het leven.’
Traditioneel Soefie verhaal, vrij her-woord in het licht van universele zingeving, Jan Weeda.
Ons verlangen naar stabiliteit is van nature gegeven, tegelijkertijd is het zinloos die te verwachten van de buiten wereld. In het boeddhisme worden drie kenmerken van het bestaan geformuleerd: onbestendigheid, oncontroleerbaarheid en onvoldaanheid.
Gevangen in een verlangen naar bestendigheid en controle zal een gevoel van onvoldaan-zijn overheersen. Stabiliteit is alleen te vinden in jezelf, in vertrouwen dat wat zich ook voor doet je er je weg mee vindt, dat is de oefening: te leven met alle pieken en dalen die het leven brengt.
Het verhaal roept op vergankelijkheid te zien, vergankelijkheid zowel bron van troost als bron van lijden…
Het enige stabiele is beweging, het enige blijvende is vergankelijkheid. J Tinguely
Als dit verhaal inspireert en elders bij kan dragen: fijn als je het deelt. Het helpt ons in ons werk als je dan de bron -onze site en blogs- vermeldt.
Foto: D.Glodowska, Pixabay