een woord, geen Waarheid

…over hoe je kunt verdwalen in woorden, belanden in ongemak en strijd… Kranten staan er vol van, relaties breken op, oorlogen ontstaan uit onbegrip en interpretaties van woorden. Uit het verwarren van woorden met waarheid, uit het verwarren van spreken met stellingnemen zonder te luisteren.

Zoals de kaart niet het landschap is, zo is het woord niet de boodschap. Het woord is -net als de kaart- drager van informatie, of en hoe de boodschap begrepen wordt, dat is in het oor van de luisteraar. De boodschap heeft de betekenis die de ontvanger hoort, die zij eraan kan geven vanuit haar wereld, met haar achtergrond. Op weg naar inzicht en vrijheid, hebben we ‘in den beginne het woord*’. Vele verwijzingen in oude zingevings-tradities zijn er te vinden:

Het woord is een lamp voor je voet, het licht op je pad*
Mijn woorden zijn een vlot dat je brengt naar de overkant van de rivier. Eenmaal daar aangekomen kun je het vlot loslaten.**, en nog zo vele…

Woorden, levende taal
Woorden, onze taal, is de mogelijkheid tot uitwisselen, communiceren en verbinden. Het is een zorgvuldig te hanteren schat. Geen woord is absoluut. Wat toen waarheid was, is vandaag de dag onbruikbaar. Nieuwe inzichten ontstaan in de beweging die leven heet En in die beweeglijkheid bewegen ook woorden mee, niet als waarheid maar als voertuig. Aan ieder van ons de uitnodiging om mee te bewegen zodat we aandachtig spreken ontwikkelen, gebaseerd op diep luisteren. Luisteren naar elkaar en naar de tijd. Zo vinden we elkaar, zo zijn we verbonden.
Verbinden vraagt je om je in te leven. Zo zoek je de taal die aansluit. Zorgvuldig en zacht sprekend hoop je de ontvanger te bereiken. Niet om haar te overtuigen, maar om ruimte te geven voor eigen inzichten. Ruimte voor dat wat haar helpt op dat moment.

geen Waarheid, de kleur van de dauwdruppel****
Na maanden van onrust en strijd over woorden, de leer, over Waarheid in de kloostergemeenschap, verzamelde de abt op die vroege wintermorgen de 7 onruststokers rond een jonge hazelaar. De zon stond nog laag, en straalde in de heldere lucht. Aan de takken van het jonge boompje hingen dikke dauwdruppels. De 7 monniken vormden als gevraagd een kring rond de boom.
‘We zijn hier samen, niet om in discussie te gaan, maar om in stilte elkaar te horen, sprak de Abt, ‘Richt je blik op een van de druppels aan de takken van deze boom. En jij, als eerste Ajahn, vertel me welke kleur heeft de druppel?’
De Monnik zei ‘Rood’, vervolgens zei de tweede ‘Oranje’. ‘Geel’ zei de derde. ‘Groen’ zei de vierde. ‘Blauw’ zei de vijfde. ‘Paars’ zei de zesde. De zevende zei tenslotte Violet te zien. Onrust in de kring was voelbaar. Omdat ze allemaal zeker waren van de kleur die zelf hadden gezien, waren ze verbaasd over de verschillen. De Abt liet hen vervolgens enkele keren een plaats op schuiven in de kring, met opnieuw de vraag: wat zie je? Door het veranderde standpunt, maar ook doordat de zon wat hoger stond, zag ieder vanaf de volgende plek weer iets anders dan zijn voorganger. Het leek of er een rust in de groep neerdaalde, het begon door te dringen dat, ondanks de verschillen in hun waarneming, ze toch allemaal de waarheid hadden gesproken. Uiteindelijk namen ze hun oorspronkelijke plek weer in. Met de veranderede stand van de zon kaatsten ook daar heel andere kleuren terug dan die ze aanvankelijk hadden gezien.

spiegel in de dauwdruppel

‘Wat je gezien hebt, was waarheid noch onwaar, het was een feit vanuit jouw standpunt in de kring, met de stand van de zon op dat moment en de vorm van de druppel. De spiegeling in de druppel was de enige constante.’ zei de Abt, ‘Elk van jullie zag een ander aspect van het totaal, van het spectrum van witlicht dat -gebroken door het prisma- laat zien dat het alle kleuren van de regenboog bevat. Samen maakten jullie een compleet beeld. Zo geven jullie samen, ieder vanuit een eigen standpunt, soms een helder licht dat iemand bijschijnt op zijn pad, een completer beeld  van de werkelijkheid.  Een werkelijkheid die altijd in beweging is, die steeds wat anders brengt en iets anders van ons vraagt. Als iemand je raad vraagt of een inzicht wil delen en toetsen, begin dan met luisteren. Als je hebt geluisterd en je denkt iets te kunnen meegeven, laat dan hulpvaardigheid je woorden sturen. Weet dat wat je te vertellen hebt geen absolute waarheid is, het is je inzicht van dat moment, ook gevoed door je geschiedenis, door waar je vandaan komt, waar je nu bent, door je levensfase en waar je naar toe wilt… Sluit uiteindelijk af met de vraag: ‘brengt dit een beetje licht op je pad?’.
Stil verlieten de monniken de kring om hun plek in de gemeenschap weer in te nemen.

Oude taal/ nieuwe taal
Het woord is een lamp voor je voet, het licht op je pad’*
Regelmatig kun je in nieuwe woorden een oude boodschap ontdekken. Een vriend vertelde enthousiast dat hij zijn automatische reacties vanuit het overlevingsbrein beter was gaan herkennen, nadat hij ergens het begrip ‘overleveraars’ had opgepikt. Mijn eerste niet-uitgesproken reactie was: ’dat weten we toch allang?’…de boeddha benoemde dit fenomeen als bron van lijden. Vervolgens zag ik dat met nieuwe woorden een behulpzaam inzicht was gevonden: laat ik blij zijn!

Veelal gaat het om ‘oude wijn in nieuwe zakken’. en ja, het is nodig steeds opnieuw te verwoorden wat er toe doet, in de taal en het jargon van de tijd. Opdat woorden licht op het pad kunnen zijn.
Oude taal bereikt volgende generaties vaak niet. Nieuwe woorden ontstaan: we zeggen liever downloaden dan afladen, liever inchecken dan aansluiten, bereikbaar zijn heet on-line… Daar hoeven we niets van te vinden, het is een feit.

Ook al blijft de boodschap in essentie vaak dezelfde: om gehoord te kunnen worden moet ze steeds opnieuw verwoord, in taal van de tijd waarin ze wordt uitgesproken, opdat het muntje valt, zodat kennis wijsheid wordt en de woorden worden begrepen door te ervaren waar ze voor staan. Dat is essentie.
Oude woorden worden gewoonten, verliezen betekenis in eindeloze herhalingen worde ze ritueel en protocol.
Hoeveel mensen verbonden zich niet met het 6e van de 10 geboden: ‘Je zult niet doden’.
-Ondertussen worden jongens naar het front gestuurd voor ‘de goede zaak’, blijven daar voor eeuwig of komen beschadigd terug. Natuurlijk: met het gedachte-gelijk aan onze kant en willen dat verdedigen.
-Ondertussen ook doden we dieren, eten we vlees. Natuurlijk: we groeiden op in een cultuur waar dat  gewoonte is. Inmiddels staat vleesconsumptie in een ander kontext dan 2000 jaar geleden.
Bereikt het oude gebod, het oude woord ons nog? Is het opnieuw te verwoorden met: ’te leven met respect voor alle vormen van leven’?
Het gaat er niet om elkaar te beoordelen. Aan ieder de uitnodiging zelf een afweging te maken, te zien welke woorden en intenties haar of hem sturen, om vervolgens te zien wat dat betekent voor haar/zijn dagelijks leven. Zo oefenen we gewoonten doorbreken, en woorden en daden samenbrengen. Zo komen vrijheid en verantwoordelijkheid samen.

luisterend oor voor het woord als licht

Her-woorden
Tijden veranderen drastisch. De spreiding van kennis, macht en bezit bracht het verlangen om zelf te begrijpen, zelf inzicht te ontwikkelen. Zo heeft onze wereld zich ontwikkeld in gelijkheid, vrijheid en broederschap met bijvoorbeeld gelijke rechten voor mannen en vrouwen.
Dan horen we liever niet ‘dit is waarheid’, maar graag: ‘dit is behulpzaam’.

Jaren terug, bijvoorbeeld, vertelde een vriend mij over grote vraagstukken rond ziekte en verlies die hij tegenkwam, onomkeerbare feiten.  In antwoord verzuchtte ik: ‘Lijden is een waarheid’, waarmee ik 1 van de 4 eerste inzichten uit het boeddhisme aanhaalde. Het woord waarheid riep directe weerstand op: ‘ik dacht van niet’, zei hij geraakt. En ik realiseerde me dat ik cryptisch had gesproken, in oude taal, vanuit inzichten die ik me eigen maakte… nee dat had geen zin. Ik had niet de moeite genomen de woorden te zoeken die zouden aansluiten en hem niet bereikt.

Niet een Waarheid, een Opdracht of Plicht, maar een oproep en een uitnodiging hebben we nodig.
Vrij van waarheid zoeken we de woorden om elkaar te bereiken.
Zo zoek ik naar woorden van deze tijd, ook voor voedende oude inzichten. Dat leidt tot ‘her-woorden’.
Spreken van ‘de 4 edele waarheden’ raakt aan exclusiviteit: dit is waar, dat niet. Liever zeg ik er zijn ‘4 essentiële inzichten’. De 10 geboden, kun je 10 Helpende Handvaten noemen.  En waarom zou ik bestraffend spreken van ‘de 5 aanmaningen’? Laat ik uitnodigen met ‘de 5 wenken’. Als we het hebben over De Vader, hebben we het blijkbaar niet over een vrouw, over de moeder: spreek liever over de Bron
Laten we her-woorden, ingegeven door de wens elkaar te bereiken en met de toon die niet gebiedt maar uitnodigt en eigen volwassenheid en inzicht aanspreekt.

Het woord als vaartuig
Mijn woorden zijn een vlot dat je brengt naar de overkant van de rivier. Eenmaal daar aangekomen kun je het vlot loslaten.**
Woorden van de boeddha waaruit liefde spreekt, ruimte en vrijheid. Het is de wens je van de oever van angst en kleingeestigheid naar de overkant te brengen op dat je daar in wijsheid en vrede je weg kunt vervolgen. Het woord is een lamp, maar je moet wel zelf op het vlot stappen… 
Niet dat je, eenmaal aan de overkant, geen hindernissen meer vindt, of geen schijnbaar onneembare rivieren meer tegenkomt… Af en toe verdwaal je misschien in gehechtheid aan een doel, of
verlangen dat alles blijft zo het is, of wordt zoals het was. Misschien kom je eenzaamheid tegen, verlies je in de waan van de dag de verbinding met je wortels of het vertrouwen in waar je naar toe gaat.

waar is het vlot naar de overkant?

De oefening is om je behulpzame woorden en inzichten te herinneren als het er toe doet, als je even de weg kwijt bent. Inzicht zal helpen om te kiezen voor een heilzame weg, heilzaam voor jou en voor de ander, bewust van je wortels, gevoed door- en vertrouwend op waar je heen gaat, in de wetenschap dat er uiteindelijk geen scheiding is.
Gaandeweg vullen we een rugzak met voedsel dat niet vergaat en dat helpt op momenten van honger.
Zo leren we zwemmen voor als we in het diepe vallen, zo leren we vliegen voor als we de grote sprong moeten maken.

Eerst horen, dan woorden.
 ‘
Wie oren heeft, die hore’* wie horen wil kan luisteren, zich openstellen voor de ander, is bereid tot overgave. De schoonheid en betekenis van het woord is in het oor van de luisteraar. Luisterend ontstaat ruimte voor inzicht.
Met  de wens de ander te bereiken vallen we om te beginnen stil met een luisterend oor. In de stilte is ruimte voor de wijsheid van de spreker, de stilte is het inzicht van de luisteraar.
Uit verlangen elkaar te bereiken zoeken we woorden die ruimte maken om te ervaren waar ze voor staan, te ervaren ook waar woorden tekort schieten en ruimte en verbondenheid alles is.

*-Psalmen 119:105
**- diamant soetra
***-Marcus 4:9
**** traditioneel thema, verhaald en herwoord in het licht van universele zingeving, Jan Weeda.
Als dit verhaal, een samenvatting van een lezing, inspireert en elders bij kan dragen: fijn als je het deelt. Het helpt ons in ons werk als je dan de bron -onze site en blogs- vermeldt.

foto 1. Sergei Spas pixabay
foto 2. Jan Weeda
Foto 3. David Mark pixabay

← Vorige Pagina